Als ik ziek ben.. #HBDN

Als ik ziek ben.. #HBDN

Als ik ziek ben wil ik gewoon een beetje aandacht #HBDN

Elke dag zien en horen we situaties tussen baas en werknemers die verbazen, lachwekkend zijn of soms zelfs echt irritant of vervelend blijken. #Werk wil door deze dagelijkse verhalen te verzamelen weten hoe het werkt tussen ‘de baas’ en werknemers. Doe je met ons mee?

Als ik ziek ben wil ik gewoon een beetje aandacht. Ook van van mijn baas. Want dat is normaal.

Mijn holtes zitten vol, in mijn keel voel ik een schurende pijn, mijn ademhaling is gehaast en kost me hoorbare kracht. Bij het inademen sluit slijm mijn neusingang met een zachte tik af als een kluisdeur die met respect wordt afgesloten. Bij het uitademen hoor ik weer een korte tik en de lucht kan weer weg. Dit tikken heeft een zekere regelmaat. Twee tikken en dan even niets. Een moment van stilte. Ik heb stilte nodig want het tikkken gaat in mijn hoofd zitten. Mijn hoofd doet pijn. Geen felle pijn, wel een zeurende pijn. De pijn is alsof een lekke tennisbal in mijn voorhoofd is genesteld. Mijn vrouw kan niet tegen ziekte. Het maakt haar boos en dat maakt mij weer boos. Ik wil gewoon aandacht. Ik ben een man.

Mijn telefoon gaat. Ik zie dat mijn baas belt. Ik bereid me voor om op te nemen. Ik schud mijn dekbed op dat aan mijn lijf is vastgeplakt. Ik kijk naar het bloemmotief van het dekbed. Elke zondagavond verschonen we ons bed. Samen. We trekken het onderlaken zo strak mogelijk. Dat maakt mij blij, een strakgetrokken onderlaken. Elke week weer. Dit is ons favoriete dekbed. Favoriet omdat het lekker zacht is en kleurrijk. Ik zie kleine gele, blauwe en paarse bloemetjes met de grootte van een speldenknop op het iets grijs verwassen overtrek. De kleuren zijn hard, maar het totaalbeeld is zacht. Ik besluit rechtop te zittten. De Iphone ringt voor de vierde of vijfde keer. Ik druk op de knop van het electrisch verstelbare bed. Het bed duwt mijn rug omhoog. Het onderlaken, dat aan mijn benen zit vastgeplakt schuift mee. Ik voel de plooien van het onderlaken in mijn bovenbenen. Ik til mijn benen op en trek het laken strak. Ik snuit mijn neus, neem een slok water en hoest een paar keer. Mijn Iphone ringt voor de zevende of achtste keer. Ik ben klaar om op te nemen. ‘Hallo met Stefan,’ zeg ik zo helder mogelijk.

‘Jij klinkt helemaal niet ziek,’ zegt mijn baas en begint over zaken. Zijn woorden gaan als een zeurend tikken in mijn hoofd zitten. Ik reageer niet. Ik luister niet. Ik kijk naar de bloemetjes op ons favoriete dekbedovertrek die mij wel blijmaken.

Als ik ziek ben wil ik gewoon een beetje aandacht. Ook van mijn baas.