Margôt van Brakel: De mens van morgen #data

Margôt van Brakel

“We moeten niet iedereen hetzelfde dansje leren” 

tekst: Auke Klijnsma

 

 

We hebben afgesproken in een café-restaurant in Amsterdam. Het is groot en druk. Ik bestel vast een koffie want ik weet dat ik iets te vroeg ben. Elk interview is toch wat onwennig. Ik ben goed voorbereid, niet alleen in het boek van Margôt van Brakel, De mens van morgen, maar ook in het onderwerp dat zij daarin behandelt. Ik wil de mens achter de auteur leren kennen. Waarom schrijf je een boek, waarom dit boek, wat wil je losmaken, hoe sta je tegen de technologische ontwikkelingen, de data revolutie. wat is jouw boodschap, wat zegt het boek het boek over jou en hoe jij in de wereld staat? Ik kijk op en zie Margôt. Natuurlijk is ze anders dan ik dacht….

Ik stel mijn openingsvraag. Vertel eens wat over jezelf? Margôt begint te praten, ze is eerlijk, spreekt gepassioneerd, weegt haar woorden zorgvuldig. De sfeer is eigenlijk gelijk goed. “Ik ben 51, heb 2 dochters, oudste is 21, de jongste 20, ze studeren, psychologie en business analytics. Ik woon in Amsterdam, ben gescheiden, geboren in Liberia als wit kindje in een zwarte wereld. We kwamen in Nederland wonen toen ik 11 was, toen de middelbare school in beeld kwam. Veel gereisd, dat heeft me een brede blik op de wereld gegeven. Op de middelbare school kreeg ik les van jezuïeten. Daarna ben ik rechten gaan studeren, het begin was ok. Ik koos voor Internationaal recht, denkend dat het boeiender zou worden. Maar het was vreselijk. Rechten was een verkeerde inschatting. Ik was een hele jonge leerling en zat tussen studenten die aan het afstuderen waren; mensen die zich aan het voorbereiden waren op een carrière, ik ben gestopt.”

Uiteindelijk heb je de hotelschool gedaan, hoe heeft jou dat gevormd?

De hotelschool in Maastricht was een feest. Het was een hele mooie opleiding, topdocenten met trots voor hun vak. Het was een goede leerschool, met name op het gebied van persoonsontwikkeling. Ik was ver van huis, iedereen woonde op de campus. We zaten met 1vijftien meiden op een gang, mensen die je niet voor het kiezen hebt. En met elkaar was het prima. Hotello’s zijn in staat te zich te verbinden. Ik heb geleerd open te staan voor nieuwe dingen, voor mensen. De rode draad is dat we als mens verbinders zijn. Daar gaat hospitallity ook over, mensen in staat stellen te kunnen verbinden. Ik pas daar. Ik ben ook nieuwsgierig; kijk graag vooruit. Ik weet niet of dat typisch hotello is, ik ben breed geïnteresseerd. Bijvoorbeeld in filosofie, in goudvissen, in poppen. Mijn brede interesse lees je terug in het boek. Mijn kwaliteit is dat ik moeilijke dingen makkelijk kan maken. Ook dat lees je terug in het boek. Ik heb veel gewerkt in ICT als communicatie- en organisatieadviseur. ICT-ers vinden het moeilijke interessant. Ik help dan om het verhaal simpel te maken, zodat anderen het ook kunnen begrijpen. Dat vind ik interessant.” 

Waar gaat het boek over?

Voordat Margôt antwoord geeft, gaat ze nog wat rechterop zitten. Het gesprek wordt nu serieus. Ze heeft iets belangrijks te vertellen. “Dit boek, mijn werk, het gaat over verbinden, over de homo conexus. Juist in deze tijd van technologische ontwikkeling zijn we als mens afgedwaald van onze kernkwaliteit en dat is ons vermogen en behoefte om te verbinden. We hechten veel waarde aan de ratio. Dat hebben we overal in doorgevoerd. De Cito-toetsen op de lagere school. Alles wat kinderen doen wordt beoordeeld. Er is veel focus op prestatie en die komt vanuit de ratio. Dat zet ons klem. Kijk maar naar de enorme behoefte aan psychische hulp. Er zijn 1,3 miljoen mensen met burn out-klachten en je ziet het zelfs bij jongeren. Alles wat niet normaal is, wat afwijkt, willen we verklaren en weer richting ‘normaal’ duwen. Dat doen we vanuit de overtuiging dat het beter kan, beter moet.” 

Wedstrijdje
Margôt laat een stilte vallen. “Die focus op de ratio heeft ons veel gebracht. Het is het startpunt van de wetenschappelijke revolutie en innovatie. Inmiddels zijn we iets aan het maken dat slimmer is dan wij; de slimmere versie van ons als mens. We spelen een wedstrijdje wie de slimste is; een wedstrijd die we gaan verliezen. Dat zie je nu al. Het gaat al mis in het mentale gezondheidsstuk.”

Ben je bang voor de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie die slimmer wordt dan wij? 

Nee! Het gaat veel opleveren, waardoor we andere dingen kunnen gaan doen. Er komen nieuwe dingen voor in de plaats die mooi zijn. Ook banen. De geschiedenis leert dat waar banen verdwijnen, nieuwe banen verschijnen.”

Opnieuw is Margôt even stil, maar ik hoef geen nieuwe vraag te stellen. “We willen niet het tekortschietende prototype zijn van wat we zelf hebben gemaakt, wat daarmee onze laatste creatie is. Natuurlijk zijn er uitdagingen: Hoe nemen we regie over technologie? Hoe zorgen we ervoor dat we in de wereld dezelfde kant opgaan. Niet alleen wij hier in Europa, maar ook bijvoorbeeld China en de VS. Want AI kent geen landsgrenzen. Technologie zonder juiste intentie is wel een probleem. We moeten kunstmatige intelligentie iets meegeven van menselijke waarden, een kader zodat kunstmatige intelligentie goed zal zijn voor de mens, of beter gezegd ten dienste staat aan de mensheid. Mens en technologie zullen hand in hand gaan, een symbiose tussen kunstmatige intelligentie en humanity. Het gaat om de verbinding tussen mens en techniek, in plaats van dat het een wedstrijdje wordt.”

Nogmaals de vraag ben je bang voor de technologische ontwikkelingen?

“Angst is een slechte raadgever. Je wilt juist mensen die niet bang zijn. Dat vergt dat mensen zich informeren, niet de ogen sluiten. Veel mensen zijn niet geïnteresseerd en halen de schouders op. Er ontstaat een kloof tussen mensen die snappen wat er aan de hand is en mensen die wachten op wat er komt. Dat laatste is niet het goede scenario.”

Regie terugnemen
“De oplossing is zeker niet dat we moeten stoppen met de ontwikkeling van AI. We moeten de regie terugnemen. Dit vereist een bepaalde basiskennis. Niet blijven hangen in de performance maatschappij, maar opnieuw bepalen wat we als mens belangrijk vinden. Door gemeenschappelijke waarden opnieuw te bepalen, voor ons, voor China en voor Lutjebroek.”

“Daar is verbinding voor nodig. Want ik kan wel iets bedenken en researchers doen dat, maar die hebben de wijsheid ook niet in pacht. Het boek eindigt met een pleidooi voor diversiteit. Waarom diversiteit hoort bij ons als mens. Diversiteit is meer dan een gegeven. Diversiteit is rijkdom, dat moeten we gebruiken, dat is het gemeenschappelijke. Jij ben anders dan ik en dat is heel fijn. Iedereen heeft iets anders, dus we moeten niet iedereen hetzelfde dansje leren, we moeten van de mens geen robot maken.”

Hoe zit het tussen mens en technologie?

Technologie is een extreme held op het gebied van de ratio. Dan is de vraag: wat maakt de mens anders? De mens heeft het vermogen om zich te verbinden. We zijn sociale wezens, we hebben verbinding met onszelf, met onze naasten en zelfs met het geheel.”

Wat wil je met het boek teweegbrengen?

Ik wil mensen aan het denken zetten. Iedereen vraagt mij wat de ‘call to action’ is? Ik heb moeite met die vraag. We moeten terug naar het zijn, in plaats van naar de actie. Laten we eerst stilstaan, vragen stellen. Ik hoop dat mensen mij vragen wie ben ik, waar ik voor sta, wat waarde heeft en ook de vervolgvraag: hoe verhoud ik me tot technologische ontwikkeling? Wat is er aan de gang? Durf een beetje vooruit te kijken. Het helpt als je een beeld hebt waar je als individu naar toe gaat als je met elkaar eenzelfde soort beeld hebt van de symbiose tussen technologie en humanity. Dan borg je al dat het de goede kant opgaat.”

Wat heb je geleerd bij het schrijven van dit boek?

De grootste les is dat ik okay ben zoals ik ben. Dat geeft rust en verbinding. Ik ben opener en echter en dat betekent dat elke verbinding meer impact heeft. Verbinden met mijzelf is voor mijzelf een groot inzicht en dat levert elke keer waarde.”

Hoe is dit boek ontstaan?

Ik ben een autodidact. Dat werkt voor mij. En ik leg graag verbanden en ben leergierig. Dit boek is gestoeld op mijn ervaring als communicatieadviseur en misschien nog wel meer op mijn ervaring als moeder. Als communicatieadviseur komt er altijd eerst een communicatievraag. Later blijkt dat de vraag veel groter is. Een communicatieadviseur zoekt naar het verhaal om mensen met een ontwikkeling te verbinden. Ik help mensen hun verhaal te maken en check dan of de verandering logisch is, of ik het verhaal begrijp. Dat het past in het grotere plaatje. Dat is mijn vak. Langzaam kwam ik erachter dat ik ook een mening heb en daar iets mee wilde doen. Niet alleen anderen helpen met hun verhaal, maar ook mijn verhaal de ruimte geven. Ik voelde steeds meer dat we vast zijn komen te zitten in de druk op prestatie. Ook organisaties zitten klem in prestatiedrang.”

Prestatiedrang
“Die prestatiedrang van de maatschappij maakt dat het een uitdagende tijd is voor jonge mensen Als moeder ben ik ook in de valkuil gestapt dat ik mijn kinderen wilde leren te presteren. Ik wilde dat zij goed waren op school, ik deed mee aan het dansje waarin het gaat om presteren. I’ve been doing all I could, but I’ve not been being all I should. Ik wil een voorbeeld zijn. Laten zien dat het okay is wie ze zijn, dat je okay bent zoals je bent. Voor jongeren is het ingewikkeld omdat de wereld groot is en alles binnenkomt. Hoe weten zij wat relevant is?”

“Het is zeker voor kinderen belangrijk dat ze snappen dat ze op internet worden gevolgd, dat ze weten dat ze worden beïnvloed. Zodat ze hun eigen keuzes kunnen maken. En zich realiseren dat er meer dan wat je voorgeschoteld krijgt. In mijn boek komt dit samen. Ik ben me gaan verdiepen in de mens versus technologie. Ik ben gaan kijken naar de intelligentie revolutie. En uiteindelijk heb ik mezelf op het podium gekletst bij de Hotellotop, een jaarlijkse conferentie voor hotelschool alumni. Ik mocht een verhaal houden over de mensen van nu en van morgen. Dat is de basis van mijn boek geworden: ‘De mens van morgen, van homo sapiens naar homo conexus. De verbonden mens.’

Wat ga je nu doen?

Dit verhaal uitdragen. Ik zie het als mijn missie om mensen stil te laten staan bij wie ze zijn en hoe ze zich verhouden tot het systeem. Ik wil me blijven verdiepen. Waar het over gaat, is dat we in een systeem zitten dat niet meer werkt. Mensen houden niet van systeemverhalen, maar dat is wel wat er aan de hand is. Een systeem verander je niet door er een systeem naast te zetten. Dat is afzetten in plaats van verbinden. Een systeem kun je alleen van binnenuit veranderen.”

“Ik zie het als mijn taak om zichtbaar te maken wat ik zie vanuit mijn overtuiging. Het goede nieuws is dat ik niet alleen sta. Er zijn veel mensen die dezelfde conclusie trekken. Zij brengen dat op een andere manier met andere woorden, maar de essentie is hetzelfde. Op allerlei niveaus zijn mensen bezig die voelen dat er iets nodig is. Het gaat over de lijn van onderwijs naar bedrijf, over hoe je met elkaar omgaat, over wat we onze kinderen meegeven, over verbinden en over diversiteit.”

“Neurodiversiteit wordt bij bedrijven al wel erkend. Het past nog niet in de cultuur, maar veel organisaties zien wel de meerwaarde van bijvoorbeeld autisme op de werkvloer. Op scholen worden kinderen met autisme nog ‘gediskwalificeerd’. Daar wordt kinderen geleerd dat alleen het gemiddelde goed is, in plaats van dat ze diversiteit leren omarmen. Ik zie voor mezelf een rol in die systeem interventie. Dat moet ook niet te zwaar worden, want dan gebeurt er niets. Ik probeer manieren te vinden om op luchtige wijze inzichten te geven.”

Waardevolle missie
Op weg naar huis dansen de woorden van Margôt nog door mijn hoofd. Dit gesprek – deze verbinding – was voor mij waardevol en verhelderend. Ik begrijp haar boek veel beter. Toen ik het las, heb ik vooral de onderdelen opgepikt die gaan over de technologische ontwikkeling, omdat ik die heel interessant vind. Nu weet ik dat het boek eigenlijk ergens anders over gaat. Dit interview heeft mijn kijk op de technologische ontwikkelingen in een andere context geplaatst. Dank Margôt! Dank voor het uitdragen van jouw missie. Een waardevolle missie waaraan ik me wil verbinden.