28 aug Sjanne Marie van den Groenendaal
Interview Sjanne Marie van den Groenendaal
”De flexibele schil is het stootkussen van de arbeidsmarkt”
Tekst: Auke Klijnsma en Peter Blok
Leestijd: 11 minuten
Kun je iets over jezelf vertellen?
“Ik ben Sjanne Marie van den Groenendaal, 28 jaar. Op mijn 17e ben ik begonnen met de bachelor Personeelswetenschappen in Tilburg. Meteen daarna heb ik de master Human Resource Studies gedaan. Vlak voordat ik afstudeerde, werd ik gevraagd om docent te worden op de universiteit van Tilburg en dat ben ik gaan doen. Onwijs leuk, want je komt er dan achter wat je allemaal hebt geleerd tijdens de studie. Toen ik afstudeerde dacht ik, wat weet ik nu eigenlijk en wat kan ik er concreet mee? Als docent heb ik twee jaar lang allerlei vakken gegeven en van dichtbij mogen ervaren hoe het is om wetenschappelijk onderzoek te doen. In 2015 kreeg ik de kans om promotieonderzoek te gaan doen. Ik wist dat zzp-ers in mijn onderzoek centraal zouden staan, de precieze invulling ervan mocht ik zelf bepalen.”
“Op datzelfde moment werd mijn vriend zzp-er, hij heeft een cateringbedrijf. Ik werd zo enthousiast, want alles wat ik in de literatuur las, en dat was nog niet zoveel, zag ik letterlijk in mijn dagelijks leven voorbijkomen. Dus ja, ik was meteen fan van het topic van mijn promotieonderzoek. Het is zo’n levendig onderwerp en ik heb echt met veel plezier mijn proefschrift geschreven.”
Wat heb je met het onderwerp arbeid?
“Tijdens mijn onderzoek ben ik me gaan verdiepen in de loopbaanontwikkeling van zzp-ers. In de media lees je dat zzp-ers minder aan scholing doen dan werknemers. Dat riep bij mij direct allemaal vragen op. Klopt dat wel? Hoe kan dat? Er zijn 1,3 miljoen zzp-ers, hoezo worden zij weggezet als één homogene groep? Ik stelde mezelf al snel tot doel om de heterogeniteit van zzp-ers in kaart te brengen. Ik heb dat gedaan vanuit een loopbaanperspectief op het zzp-erschap. Daarnaast ben ik me gaan verdiepen in de arbeidsrelatie tussen zzp-ers en opdrachtgevers.”
“Ik heb kunnen constateren dat organisaties zoekende zijn in hoe om te gaan met zzp-ers. Sommige bedrijven tonen vrijwel geen interesse, de zzp-ers komen en gaan daar. Andere behandelen de zzp-er meer als collega, waardoor in sommige gevallen de scheiding tussen werknemers en zzp-ers in de organisatie lijkt te vervagen. Er zijn grote verschillen tussen organisaties en tegelijkertijd ervaren ze dezelfde zoektocht in de arbeidsrelaties met zzp-ers. Ik dacht: ‘Dat kan anders en beter’. Met de kennis en ervaring die ik heb opgedaan tijdens mijn onderzoek wil ik organisaties helpen om vanuit een ander perspectief naar de arbeidsrelatie met zzp-ers te kijken. Meer concreet wil ik organisaties – en in het bijzonder HR-professionals – adviseren en ondersteunen in het vormgeven van HR-beleid voor zzp-ers. Ik noem dit ook wel ‘inclusief HR-beleid’.”
Hoe zie jij de toekomst van arbeid in het post-coronatijdperk?
“Dat is een interessante vraag. Ik lees natuurlijk ook de rapporten over de arbeidsmarkt, zoals die van commissie Borstlap. Ik proef daarin toch dat ze willen dat meer en meer mensen een vast contract krijgen. Alsof het dat weer de norm zou moeten worden. Als ik heel eerlijk ben, vind ik dat teveel het oude denken. Ik vind niet dat we daar naartoe moeten, ook al wil politiek Den Haag dat mogelijk wel. Ik denk echt dat organisaties veel meer flexibel zullen zijn, platter worden en minder hiërarchisch worden georganiseerd. Ik denk dat bedrijven meer op projectbasis ingericht gaan worden. Een projectgroep met de juiste kennis en talenten aan boord. Organisaties zullen steeds meer ingericht worden op een flexibele basis om de flexibiliteit en weerbaarheid zo groot mogelijk te houden. Dat betekent dat ze met veel meer flexibele krachten gaan werken, waaronder zzp-ers of freelancers.”
“Kort gezegd, denk ik dat de flexibiliteit van arbeid alleen maar zal toenemen. Ik denk dat corona heeft laten zien hoe belangrijk die flexibele schil is en dat een organisatie kan meebewegen met al die externe factoren of gebeurtenissen waar je geen controle over hebt. Een passende omschrijving vind ik: de flexibele schil fungeert als het stootkussen van de arbeidsmarkt. Ik voorzie dat de flexibele schil alleen maar belangrijker zal worden en dat de behoefte aan freelancers zal groeien. Hieruit volgt dan ook dat het veel belangrijker zal worden om beter met die freelancers om te gaan. Organisaties moeten daar beleid op maken en daar ondersteun ik ze graag in.”
Hoe kijk jij naar zzp-ers?
“Ik heb onderzoek gedaan naar de loopbaanontwikkeling van zzp-ers. Daarbij ben ik me eerst gaan verdiepen in de vraag: ‘Wat weten we nou eigenlijk over de zzp-er?’ Er is veel onderzoek gedaan naar ondernemers, maar heel weinig naar zelfstandige ondernemers zonder personeel, dus mensen die dat in hun eentje doen. Als eerste antwoord op de vraag wat een zzp-er is, kan ik zeggen dat zzp-ers anders zijn dan werknemers en ook anders dan ondernemingen met personeel. Met dit uitgangspunt ben ik verder gaan kijken. Ik heb me verdiept in traditionele carrièremodellen van werknemers, die beginnen in een organisatie en stapje voor stapje carrière maken. Daarnaast heb ik gekeken naar wat we weten over hoe organisaties zich ontwikkelen. Deze twee invalshoeken heb ik samengebracht. Dan weet je dat het voor zzp-ers, net als voor werknemers, belangrijk is om continue te investeren in professionele ontwikkeling. Naast de professionele ontwikkeling van het individu, is een typerend kenmerk van zzp-ers dat zij zich ook moeten bekommeren om de ontwikkeling van hun bedrijf. Kortom, zzp-ers moeten ook nadenken over marketing, administratie et cetera. Het samenspel van persoonlijke- en business-ontwikkeling maakt de zzp-er uniek.”
Welk onderscheid zie jij in de grote groep zzp-ers?
“In Nederland zijn inmiddels 1,3 miljoen zzp-ers. We weten dat een zzp-er een zelfstandige ondernemer is, maar je ziet natuurlijk ook dat in die grote groep veel meer heterogeniteit zit. Dat wekte mijn interesse en daar ben ik op gaan inzoomen. Eerst ben ik gaan kijken naar de startmotieven van zzp-ers. Waarom zijn mensen zzp-er geworden? Dan zie je in de literatuur het onderscheid tussen noodzaak en vrijwilligheid. Dit onderscheid is te zwart-wit en ook niet per se relevant. Er zijn veel zzp-ers die zeggen, mijn ontslag was precies wat ik nodig had om te doen wat ik altijd willde doen. Zijn deze zzp-ers gedwongen of vrijwillig zzp-er?”
“Uit mijn onderzoek blijkt dat de meeste zzp-ers vanuit positiviteit zijn gestart. Ze hebben behoefte aan een nieuwe uitdaging of willen een beroep uitoefenen dat nu eenmaal vaak als zzp-ers wordt uitgeoefend. Ongeveer 30 procent is zzp-er geworden ze zelf willen bepalen hoeveel, waar en wanneer ze werken. Ongeveer 17 procent is zzp-er omdat zij een beroep hebben dat vooral door zzp-ers wordt uitgeoefend en ongeveer 14 procent is zzp-er omdat zij op die manier meer uitdaging vinden.”
Hoe zit het met de loopbaanontwikkeling van zzp-ers?
“De loopbaanontwikkeling van zzp-ers was het hoofdthema van mijn proefschrift. Ook hier zie je grote verschillen in de heterogene groep van zzp-ers. Dat is niet helemaal los te zien van de startvraag waarom mensen zzp-er worden. Voor een vakidioot is het misschien vanzelfsprekend dat hij zich is blijven ontwikkelen, voor iemand die min of meer gedwongen zzp-er is, ligt dat misschien anders. Je ziet veel verschillende manieren waarop zzp-ers zich ontwikkelen. Sommigen gaan netwerken, anderen worden meer hybride ondernemers. Je ziet dus dat er verschillende strategieën zijn waarmee zzp-ers hun loopbaan vormgeven.”
“Op hoofdlijnen zie je twee extremen. Aan de ene kant zie ik zzp-ers die proactief bezig zijn om zich duurzaam te ontwikkelen. En aan de andere kant is er een groep mensen die dat niet doet. Daar liggen hele verschillende redenen aan ten grondslag. Sommigen zeggen: ‘Ik ben op leeftijd’ of ‘Ik doe het zzp-erschap er gewoon nog een beetje bij’. Ook geven sommigen aan een overload aan werk te ervaren. Het gevolg hiervan is dat zij geen tijd te hebben om zich te ontwikkelen en echt moeten bijkomen van het zware werk in hun beperkte vrije tijd. Dit laatste speelt bij bijvoorbeeld bouwvakkers.”
“Het bijzondere is dat als we over zzp-ers praten, we die proactieve mensen op dezelfde hoop gooien als bijvoorbeeld de bouwvakkers. En vervolgens gaat de politiek van daaruit beleid maken. Ik ben heel blij dat ik verschillende profielen hebt kunnen onderscheiden in de groep van zzp-ers, met elk hun eigen ambities, uitdagingen en behoeften. Hiermee kan ik aantonen dat er sectoraal gericht beleid nodig is. Dit is een belangrijk inzicht voor politieke beleidsmakers, maar ook voor organisaties zelf. Ik merkte dat bedrijven eigenlijk geen goede strategie hebben voor hun flexibele schil. Ze hebben geen oog voor de redenen waarom ze zzp-ers inhuren en al helemaal niet voor de ontwikkeling van deze flexibele krachten. Dus er is nog veel werk aan de winkel.”
Heb je een idee hoe het komt dat de beeldvorming dat zzp-ers zielig, zijn zo hardnekkig is?
“Hoe het negatieve beeld over zzp-ers ontstaat, is een goede vraag. Ik weet het niet zo goed. Er zijn veel verschillende meningen. Ik bestudeer zzp-ers met veel respect; het zijn ondernemers die hun eigen broek op houden en hun eigen pad kiezen. Ik geloof namelijk in een universele behoefte aan vrijheid en autonomie. De zzp-er durft daarvoor te staan. Daartegenover zie ik in de praktijk dat het zzp-schap niet alleen maar rozengeur en maneschijn is. Het is ook onzeker. Het is voor de één misschien wel gemakkelijker als voor de ander.”
“Zzp-ers zijn niet altijd te benijden. Ik hoop echt dat ik er met mijn onderzoek aan bijdraag dat opdrachtgevers ruimte gaan creëren om samen met die zzp-er aan zijn of haar duurzame inzetbaarheid te werken. Ik zie te vaak dat opdrachtgevers zeggen dat die zzp-ers dat maar zelf moeten doen. Ik zie in de praktijk ook dat het voor sommige zzp-ers echt een uitdaging is om continue te investeren in hun eigen ontwikkeling, terwijl ze op een opdracht zitten en al vooruit denken over en vervolgklus. Hiermee kan mogelijk, afhankelijk van de sector waarin zij werken, hun waarde op de arbeidsmarkt in een rap tempo verminderen. Er gaat talent verloren, waardoor de poule van talentvolle zzp-ers waar opdrachtgevers uit kunnen kiezen steeds kleiner wordt. Investeren in duurzame ontwikkeling van zzp-ers is win-win, voor de zzp-er zelf én voor de opdrachtgevers.”
Wat zeggen de cijfers over opleidingen van zzp-ers?
“Bijna de helft doet ontzettend veel aan hun professionele ontwikkeling. Ze zetten coaches in, investeren in netwerken en volgen opleidingen. Daarnaast is het voor sommige zzp-ers natuurlijk minder nodig. Het is niet zo gek als een bouwvakker niet elke maand in een bijscholing zit. Je kunt misschien een beetje lezen over verschillende soorten bouwmateriaal of duurzaamheid, maar daarin is verder niet veel bij te trainen. Ik zeg niet dat het oké is om niet na te denken over wat die bouwvakker gaat doen als zijn rug versleten is en hij dus niet meer kan werken. Het is wél belangrijk om stil te staan en te reflecteren op de toekomst.”
“Zzp-ers zijn ook creatief in hoe ze zich ontwikkelen. Als we ontwikkeling alleen maar definiëren als het volgen van dure opleidingen, dan scoort de zzp-er misschien minder. Dat is ook niet zo gek omdat de meeste opleidingen kostbaar zijn. Maar als we ‘on the job learning’ ook zien als professionele ontwikkeling, dan scoort de zzp-er juist heel hoog. Je kunt denken aan het praten met concullega’s of aan klussen die net buiten je comfortzone liggen. Andere voorbeelden zijn net even wat meer verantwoordelijkheden krijgen op een project of samenwerken met een ander specialistische teams en kennisdelen. Dat zijn ontzettend leerzame ervaringen. Ik ben het dus zeker niet eens met de beeldvorming dat zzp-ers niets doen aan hun ontwikkeling omdat ze misschien minder scholing volgen. Je moet professionele ontwikkeling echt breder definiëren dan het volgen van een opleiding.”
Dit geeft opnieuw aan dat we vastzitten in het denkkader dat de laatste decennia is ontstaan. Ontstaat dit beeld niet ook doordat de gezaghebbende instituties als vakbonden, werkgeversorganisaties en ook bijvoorbeeld de SER nog te traditioneel kijken naar de arbeidsmarkt?
“Zeker! Ik denk ook dat die instituties veel kunnen betekenen in het veranderen van de mindset, bijvoorbeeld over hoe we naar de ontwikkeling van arbeid kijken. Belangrijker is misschien nog wel dat organisaties zelf ‘inclusief’ HR-beleid gaan maken. Juist de opdrachtgevers zouden ‘begripvoller’ kunnen zijn voor de zzp-ers. Dat hoeft helemaal niet zo ingewikkeld te zijn. Laten we het eens klein maken. Geef die zzp-ers gewoon eens een vergaderzaal en laat ze hun verhaal doen. Laat ze hun waardevolle kennis delen met vaste medewerkers. Als de zaal een beetje goed gevuld is, krijgt de zzp-er feedback en de mogelijkheid zichzelf te profileren. Kennisdeling hoeft niet zo moeilijk te zijn. De ervaring van zzp-ers, bijvoorbeeld vanuit andere organisaties, is echt interessant en relevant voor organisaties. Inclusief HR-beleid kan in de praktijk zo simpel zijn. Voor kennisdeling is niet zoveel nodig en je kunt snel meters maken. De opdrachtgever vergaart kennis en creëert een goed imago en ook de zzp-er is blij en trots.”
Hoe kijk je naar andere voordelen van een vast contract, zoals pensioen en zekerheid bij ziekte en werkloosheid?
“Ik werk zelf op de universiteit en heb een contract in loondienst.Dat geeft wel een fijn gevoel, een bepaalde vorm van zekerheid. In de huidige pandemie waardeer ik die financiële zekerheid nog meer. Maar het is voor een deel maar schijn. Je kunt ook ontslagen worden en dan móet je wel ondernemend gedrag vertonen. Dan moet je jezelf opeens profileren op de arbeidsmarkt om aan een baan te komen, terwijl je dat misschien nooit hebt geleerd.”
“Daarnaast hoor je vaak dat zzp-ers zich niet verzekeren voor arbeidsongeschiktheid. Ik weet dat sommige bouwvakkers zo’n 800 euro per maand aan premie moeten betalen voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Je kunt je maar tot de leeftijd van zestig verzekeren en de zwakke plekken van de bouwvakker worden uitgesloten.. Dan vind ik het niet zo gek dat je geen 800 euro betaalt en je dus niet – voldoende – laat verzekeren. Die voorwaarden zijn irreëel. Ieder mens heeft een universele behoefte aan zekerheid, ook de zzp-er. Zij willen zich wel verzekeren, maar op voorwaarde dat het betaalbaar is en ook dekking biedt als er echt wat gebeurt.”
“Natuurlijk zijn er zzp-ers die zich niet willen verzekeren. Misschien omdat ze al vermogend zijn, misschien omdat ze een partner hebben die goed verdient. Kun je die zzp-er dan verplichten zich te verzekeren? Wat ik wil zeggen, is dat er grote verschillen zijn in de grote groep zzp-ers. Je kunt niet alles op één hoop gooien. Die heterogeniteit is juist onwijs waardevol om je in te verdiepen als het gaat over beleid over zekerheid.
Moeten we niet tenminste sociale zekerheid loskoppelen van het contract en ophangen aan een individu?
“Dat vind ik niet. Ga gewoon in gesprek, praat met de mens achter de ontractvorm of het KvK-nummer. De groep zzp-ers is heterogeen en heeft heel verschillende wensen. Brancheverenigingen weten dat. Een bouwvakker kan zomaar hele andere behoefte hebben dan een kenniswerker. Ze hebben ook andere werkomstandigheden, een andere ballast op het lichaam en dus andere behoeften aan ontwikkeling, verzekeringen en pensioenopbouw. Ik denk dat veel antwoorden te vinden zijn op sectoraal niveau.”