15 nov De les van Corona na het lezen van: ‘Houd afstand, raak me aan’ #werkstress Geplaatst op 14:56h in boeken#werk, home, werkstress door Auke Klijnsma Paul Verhaeghe, auteur: ‘Houd afstand, raak me aan.’ De les van Corona is dat we op zoek moeten naar een samenleving waarin een goed leven het doel wordt. Met minder stress. Tekst: Auke Klijnsma / leestijd 12 minuten Corona, we raken er niet over uitgepraat. Maar toch, hebben we het over de juiste dingen? Ik kan de discussies op tv niet meer aanhoren. We spreken over besmettingscijfers, ziekenhuisopnamen en discussiëren over nut en noodzaak van de maatregelen. Werkt een mondkapje, avondklok, horecasluiting? Hebben we het over de juiste dingen? Ik wil een laagje dieper. Wat is de les van corona? Wat kunnen we ervan leren en wat staat ons te wachten als het wellicht toch een beetje wegebt? Gelukkig ontstaan er nu ook wat diepgaandere filosofische beschouwingen. Wat is de impact op de mens, op de samenleving? Ik wil het weten. Ik ben geraakt door het essay van Paul Verhaeghe: ‘Houd afstand, raak me aan.’ Paul Verhaeghe weet mij in dit boek – net als in zijn eerdere werken – te raken. In dit artikel neem ik je mee in wat hij te vertellen heeft. Verhaeghe beschrijft eerst – hoopvol – hoe mooi het is dat we elkaar helpen bij collectieve ellende. Direct daarna volgt een andere boodschap. We hadden eerst vogelgriep, toen varkenspest en nu corona. Zijn er overeenkomsten? Daarna wordt zijn verhaal reëler. Corona gaat over angst, angst voor besmetting, angst dat je iemand besmet, angst dat je je baan verliest. Juist dan wil je anderen vasthouden. Dat mag niet, want afstand is het nieuwe normaal. Hoe troosten we elkaar als we niet meer mogen knuffelen? Wat doet corona met ons? Verhaeghe is eerlijk in het beantwoorden van die vraag. Er zijn mensen die vanuit een veel te hectisch leven genieten van de verplichting tot rust en zich terug kunnen trekken in comfortabele huizen met goede digitale voorzieningen. Voor een veel grotere groep is corona een beproeving, ze behoren tot de risicogroep, eten alleen, of vechten de kinderen het huis uit. Corona zal leiden tot een echtscheidingsgolf en mogelijk ook tot een corona-babyboom. Wie zal het zeggen? In het boek gaat Verhaeghe op zoek naar de effecten van corona op de samenleving, op korte en lange termijn. Hij doet dat aan de hand van vier vragen.: Wat kunnen we weten? Wat mogen we hopen? Wat moeten we doen? En wat moeten we vrezen? Ik neem jullie mee in de reis van Verhaeghe. Weten Wat kunnen we weten? Zeker in een crisis, en dat is corona, willen we zekerheid. Juist nu is niets ondraaglijker dan onzekerheid. Daarom is er ook zoveel discussies over de cijfers. Verhaeghe laat zien hoe je cijfers moet interpreteren. Want met cijfers zijn we doodgegooid de laatste maanden. Het aantal doden per land in absolute cijfers weergeven en vervolgens onderling gaan vergelijken zegt bijvoorbeeld niets. En als absolute cijfers al wat zeggen, wat wordt precies gemeten? Een hartpatiënt met covid, wat wordt dan als doodsoorzaak geregistreerd? Weten we van alle doden of ze besmet waren? Voor de echt belangrijke cijfers is het nog te vroeg om conclusies te trekken. Pas na een jaar kunnen we sterftecijfers van een land op goede manier vergelijken met voorgaande jaren een weten we de echte impact van corona. Cijfers vertellen ook niet alles. Wat zijn de verhalen achter die cijfers, welk drama ligt er achter verborgen? Denk maar aan de bejaarden die alleen – zonder naasten – op een IC op vreselijke manier zijn gestorven. Corona is niet mild. Of het beeld van een uitvaart waar vijf mensen – keurig op anderhalve meter afstand van elkaar – afscheid nemen van hun vader, moeder opa of oma. Deze beelden zeggen meer dan cijfers. Wat we wel weten, is dat het aantal coronadoden in landen met een goede gezondheidszorg beperkt zal blijven. Wat kunnen we nog meer weten? Verhaeghe stelt dat Corona vooral een crisis is op een heel ander vlak. Het legt de zwaktes bloot van een totaal vermarkte samenleving met een verregaande, mondiale afhankelijkheid. Hoe komt een virus uit China in Europa en vervolgens overal ter wereld? Wie produceert mondkapjes, sneltesten, vaccins? Is de Coronapandemie niet een gevolg van onze levenswijze? In de media lezen we, dus weten we, dat het virus de ‘onzichtbare’ vijand is die gestopt moet worden. Is dit niet een te makkelijke samenvatting van wat corona is? Een virus reduceren tot een uit te schakelen vijand betekent dat we een volledige steriele samenleving moeten creëren waarin we onze handen stuk wassen. Een volledig steriele samenleving is een volledig dode samenleving. Wist je dat in een mensenlichaam meer dan honderd biljoen, schimmels, bacteriën en virussen opgenomen zijn? Wat betekent deze kennis? We hebben geen behoefte aan oorlogstaal. Wat we nodig hebben, is kennis van ecologisch denken – met als basis dat wij een onderdeel zijn van een veel groter systeem. Nederigheid is op zijn plaats. Wat weten we uit de geschiedenis? De geschiedenis herhaalt zich. In het midden van de veertiende eeuw stierf een derde van de wereldbevolking aan de pest. Het heeft 150 jaar geduurd voordat de bevolking weer op het oude peil was. Toen werden verklaringen gezocht in het zondige leven van mensen. Paus Bonifatius verleende in 1350 – tegen betaling – kwijtschelding van alle zonden. De maatschappij moest zichzelf opnieuw uitvinden. Ook toen – toeval of niet – werd de pandemie opgevolgd door een klimaatverandering. De temperatuur daalde 2 graden. We kennen de winterse taferelen op de schilderijen uit de vijftiende eeuw. Covid is bij lange na niet zo dodelijk als de pest, weten we. Maar we zien wel dat Covid systeemfouten blootlegt. Landen met een slechte gezondheidszorg hebben het zwaarder dan landen met een goed zorgstelsel. Landen die productie hebben uitbesteed aan lagelonenlanden beschikken later over mondkapjes. Tja, het zijn maar voorbeelden. We moeten het over onze economie hebben. Wat we niet willen weten De gevolgen voor de economie zijn gigantisch. Zeker nu we weten dat de klimaatverandering er nog een forse klap bovenop zal doen. Hiermee hebben we de grootste uitdaging voor de komende jaren te pakken. Covid zou wel eens dodelijk kunnen zijn voor de economie, stelt Verhaeghe. De schuldenberg is enorm en zal verder toenemen, de reële economie blijft ver achter de vermogenstoename, er is een idiote toenemende economische ongelijkheid en onze versie van de vrije economie bevindt zich in de eindfase – zo vrij is de handel niet meer. Dit zijn kwetsbaarheden die nu wel eens heel bepalend kunnen zijn. En – als tussendoortje – Weet je wat Verhaeghe het meeste vreest? Dat we onze fouten blijven herhalen. Vrezen Wat moeten we vrezen? We zijn bang. Ouderen omdat ze Corona kunnen krijgen en kinderen dat ze hun ouders kunnen besmetten. Wat we meemaken heeft veel weg van een traumatische ervaring. Er is een reële maar onzichtbare dreiging en we worden veroordeeld tot passief afwachten en niet te vergeten afstand houden. Een troostende knuffel kan niet en we moeten ons tevreden stellen met digitale communicatie. Rouwenden zien elkaar huilen op een beeldscherm en pubers experimenteren met digitale seks. We zijn bang. Bang om besmet te worden, om onze baan te verliezen, bang voor oproer. En hoe moeten we elkaar troosten en steunen? Verhaeghe is zelf het meest bang dat er niets zal veranderen. Dat we verder blijven gaan zoals we bezig waren en geen rekening houden met de wetenschap dat we onszelf aan het elimineren zijn. De economie krijgt een dreun. De pandemie zal de schuldenberg laten toenemen met als gevolg een (nieuw) economisch debacle en natuurlijk een stijgende werkloosheid. Met toenemende armoede en toenemende ongelijkheid. De Rabobank heeft berekend dat 500.000 Nederlanders hun baan zullen verliezen, waarbij zzp-ers en uitzendkrachten niet eens zijn meegerekend. Het CBS stelt dat 3 miljoen Nederlanders in een bedreigde sector werken. Wat moet je dan doen? De traditionele economen zetten in op groei. Groei klinkt positief maar dat is vermoedelijk de grootste leugen van deze tijd. De financiële baten van de economische groei komen namelijk vooral terecht bij de rijkste 1 procent van de wereldbevolking. Onze economie heeft de periode van gezonde groei al lang achter zich gelaten, maar weigert de overstap te maken naar duurzaamheid. Wat we moeten vrezen, is dat er niets zal veranderen. Dat we afglijden naar een onhoudbare ongelijkheid en vervolgens naar totalitarisme, als gevolg van het beleid van een kleine groep machthebbers die beslissingen blijven nemen voor het eigen belang. Hoe erg is het? Er is al spanning tussen hen die geld opbrengen (de werkenden) en hen die geld kosten, bejaarden en kinderen. Daar werd al fors op bezuinigd..Corona is juist voor deze groepen heftig. Ouderen vereenzamen en de puber zit nukkig op zijn kamer in het ouderlijke huis. Juist die nukkige puber haakt af om het onderwijs online goed op te pakken. Een ander voorbeeld over ongelijkheid. Wist je dat in een villawijk in Parijs alle bewoners zich vanaf het begin van de corona-uitbraak gratis konden laten testen? Is dit voorbeeld wat flauw? Vooruit een ander voorbeeld met meer impact: hoe kan het dat de huidige toenemende werkloosheid samengaat met een snel herstel van de beurzen? Het antwoord is eenvoudig: overheidsbeleid richt zich in de eerste plaats op het ondersteunen van financiële markten door bijvoorbeeld renteverlagingen en het inkopen van obligaties en steunaankopen van de Europese Centrale Bank. De kleine ondernemer en arbeiders hebben het nakijken. Wetenschappelijk onderzoek toont al lang aan dat maatschappijen met een grote ongelijkheid het op alle vlakken slecht doen. Deze ongelijkheid is een gevolg van onze op hol geslagen vrije-markt samenleving en wordt door corona meer zichtbaar. Natuurlijk valt de ongelijkheid in Nederland relatief gezien mee, maar dat is geen reden om onze schouders erover op te halen. We zijn mondiaal afhankelijk en wat gebeurt er als de crisis echt doorzet. Wie betaalt dat? Is er nog meer te vrezen? Jazeker. Er staan grote leiders op. Grote leiders die veiligheid en zekerheid beloven. Ze spreken oorlogstaal, ze verjagen het virus, zoeken zondebokken, zaaien verdeeldheid en herhalen hun – vaak erg eenvoudige versie – van de waarheid. Oh ja, ze schakelen ook tegenstanders uit. Om te beginnen door journalisten, rechters en wetenschappers monddood te maken. Juist in rijden van crisis staan deze leiders op. Als mensen zich bedreigd voelen, verlangen ze duidelijke antwoorden. Deze grote leiders zullen de crisis ook aangrijpen om de controle op de burgers uit te breiden. Let op: extra controle is nooit tijdelijk, zelden wordt dat na de crisis teruggedraaid. Tijd voor hoop! Wat mogen we hopen? Toen er voor het eerst sprake was van corona, waren de reacties een combinatie van ongeloof, angst en perplexiteit. Deze werden gevolgd door boosheid en toen kwam er hoop. Eerst op een goede afloop en daarna op een corona-exit. Hoop is belangrijk, het brengt engagement met zich mee en niet te vergeten: perspectief. Zonder hoop valt niet te leven. En Verhaeghe? Hij hoopt op echte verandering: the great transformation 2.0. Hoe ziet die eruit? We leven, of we willen of niet, in een samenleving die in dienste staat van de economie. Het belangrijkste doel is dat die blijft groeien. Het is zelfs zo dat verhoudingen tussen mensen ondergeschikt zijn gemaakt aan dat ‘grotere’ doel. Groeien ten opzichte van alles. Welke prijs betalen we ervoor? Vooruit een lijstje: Kinderarbeid: kinderen die mineralen opgraven voor onze smartphones Klimaatverandering: we helpen onze leefomgeving écht om zeep Heel veel spullen: de rijen bij de milieustraten tijdens corona lieten zien dat mensen zich heel onprettig voelden tussen alle spullen in hun volle huizen. Weg ermee! Stress: er was nooit eerder sprake van zoveel stress en burn-outs Verhaeghe hoopt dat de economie weer ten dienste komt van de samenleving, als middels om een maatschappij zo te organiseren dat een goed leven het doel wordt. Een samenleving waarin we voorrang geven aan duurzaamheid, opvoeden van kinderen (niet alleen na zessen en voor achten), met zorg voor zieken en ouderen, en waarin we doordacht omgaan met de leefomgeving. Oh ja, werken wordt dan ook anders – intrinsiek gemotiveerd, samen iets moois doen in plaats van extrensiek knokken voor het hoogste salaris en de beste bonus. We kunnen met minder uren werken af. Heel veel minder uren. Dit vereist wel drie fundamentele wijzigingen: een andere manier van produceren een andere manier van distribueren een andere manier van consumeren. Het meest zichtbare gevolg is een andere arbeidsorganisatie, met een andere houding op het werk. Je bent jezelf en niet je baan. Jouw identiteit is meer dan jouw professionele identiteit. Kijk hoe we nu werken: een kleine groep werkt hard en verdient veel en een grote groep werkt ook hard en verdient weinig. Een derde groep werkt niet en is buitengesloten. Een andere arbeidsorganisatie is heel goed mogelijk als we ons niet blindstaren op winstmaximalisatie. Verhaeghe hoopt op een samenleving waarin de economie ondergeschikt is aan de samenleving, met arbeidsduurverkorting en een basisinkomen. Er is dan weer tijd voor het opvoeden van kinderen en de zorg voor ouderen. Met minder stress. Dit zijn politieke keuzes die een aangenamere samenleving opleveren waar mensen een goed leven kunnen opbouwen. Verhaeghe hoopt op een andere overheid, ander leiderschap en andere burgers. Een overheid die zich verantwoordt aan de gemeenschap en niet aan de dwingelandij van de kapitaalmarkten. Een overheid die een reële afspiegeling is van de samenleving en andere leiders heeft. Verhaeghe kiest voor een economie die ondergeschikt is aan de samenleving, zodat een vaccin niet wordt verkocht aan de hoogste bieder, maar waarin mensen samenwerken om een vaccin te ontwikkelen om te kunnen aanbieden aan zoveel mogelijk mensen. Het mooiste effect van corona zou kunnen zijn dat we elkaar weer wat meer gaan steunen en helpen. Dat het weer een samen-leving wordt. En dat is broodnodig, want corona leidt tot eenzaamheid. Wij zijn sociale knuffeldieren: raak me aan! Hoe kunnen we de samenleving vormgeven? Ook tijdens corona zien we al buurtborrels, op straat met anderhalve meter afstand. Of mensen die elke dag samen zingen vanaf het balkon. Hoe mooi zou het zijn om de pleintjes van vroeger in ere te herstellen, met een paar essentiële winkels met lokale producten en een bruin café, waar mensen contact hebben en elkaar helpen als dat nodig is. En een kantoor als bruisend marktplein waar je collega’s, klanten en leveranciers ontmoet. En natuurlijk kun je thuiswerken, want dat scheelt gewoon tijd. Wat moeten we doen? Verander groei en alles verandert. De oplossing is radicaal: groei moet worden vervangen door duurzaamheid. Technologisch zijn we hier perfect toe in staat. Het is gemakkelijk om duurzame producten te maken met een lange levensduur, gefabriceerd uit materialen die herbruikbaar zijn. Het is goed mogelijk om duurzame energie te produceren. Het is mogelijk om op een andere manier voedsel te produceren, ethisch en gezond. De prijs is dat we het op veel vlakken met minder moeten doen. Minder winst, minder vliegreizen, minder spullen, minder vlees, minder gadgets. Dat zullen we missen. Maar het scheelt ook ritjes naar de vuilstort. Less is more. Wat vooral moet veranderen, zijn de kapitaalmarkten. Wil je de economie veranderen dan zal dat onvermijdelijk langs de kapitaalmarkten lopen. Het goede nieuws is: Dat gebeurt al! Ook beleggers investeren in duurzame ondernemingen – al is het alleen maar omdat ze niet als laatste met aandelen van een vervuilende ondernemer willen blijven zitten. Die aandelen zijn dan niets meer waard. Veranderen begint met de portemonnee. Elke aankoop is een keuze. Zolang de consument blijft kopen bij Ryannair, Primark en Walmart draagt hij bij aan klimaatverandering. Koop ethisch bonafide producten! Met je aankoop bepaal je de maatschappelijke werkelijkheid. We weten hoe het werkt, bedrijven die groter worden, trekken macht naar zich toe, gaan regels herschrijven en krijgen meer macht. Laat de juiste bedrijven die macht krijgen! Kiezen voor het juiste midden Bij een crisis hoort bezinning. Het geeft ons aanleiding en tijd om genuanceerder na te denken over de verhouding tussen geluk en gemaximaliseerd welzijn en daar vervolgens iets mee te doen. De vraag is: wat maakt gelukkig? Daar wordt al lang over na gedacht. Een goed leven is een gelukkig leven. En het woord goed heeft een morele betekenis. Een goed leven is een moreel goed leven. Geluk koppelen aan moraal is ons vreemd geworden. Daar ligt een kans! Maar wat is dan een moreel goed leven? Aristotels gaf een praktisch advies: kies voor het juiste midden. Juist in de omstandigheden. Dat is het, meer niet. Natuurlijk drink je op een feestje meer dan doordeweeks thuis. Dat is prima. Jezelf voortdurend klem zuipen is fout, net als alleen maar zuiver bronwater drinken. Kies het juiste midden. Moed is het midden tussen overmoed en laf, gematigdheid tussen losbandigheid en ascese. Hiermee is ook meteen duidelijk dat oneindige groei niet past bij het goede leven. Dat is niet het juiste midden. Aristoteles was daar duidelijk over en kwam zelfs met extra argumenten. Bij groei geldt: het is nooit genoeg, gaat gepaard met afgunst en als je al veel hebt, wordt het genot van nog meer, minder. Let wel, een verbouwing van de maatschappij begint bij het begin en kost een generatie maar dat is geen reden om het niet te doen. Een andere manier van werken, reizen en consumeren begint bij het begin, namelijk een andere manier van opvoeden en onderwijzen. Investeer tijd, geld en energie in onderwijs en opvoeding. Daar ligt de sleutel voor een goede samenleving. Ouders hebben daar tijd voor nodig en hebben dan dus minder tijd voor hun werk. Raak me aan Als baby en peuter worden wij voortduren gekoesterd, geknuffeld en gestreeld. Als kind zoeken we elkaars lijfelijke nabijheid op. Veel stoeispelletjes zijn variaties op vastpakken en weglopen. Als puber ontdekken we de verrukking en het bevreemdende van erotiek. Je leert je lichaam aanraken op manieren die je voorheen niet kende. Je ontdekt verrassende vormen om het lichaam van iemand anders aan te raken. Afstand en nabijheid krijgen een nieuwe lading en we leren onderscheid te maken tussen liefde een driftmatigheid, tussen intimiteit en misbruik. Als volwassene verliezen we de verrukking en het bevreemdende van de aanraking. We geven handen, zoenen, we vrijen zonder erbij stil te staan. Vaak moeten we vreemdgaan om het bevreemdende van de oorspronkelijke verrukking terug te vinden. Als senior glijden we zonder het te beseffen af naar de groep van de onaanraakbaren; geleidelijk worden we zelfs onzichtbaar. Dat doet pijn want het verlangen blijft. Eenmaal bejaard zijn het enkel nog de professionele handen die ons lijf beroeren, met de begrafenisondernemer als allerlaatste. Wat ik weet, is dat we knuffeldieren zijn, dat we ons tegen de ander willen aanschurken, dat we onze kinderen willen ruiken, onze geliefden willen voelen en onze oudjes willen koesteren. Wat ik vrees is dat het wantrouwen en de angst voor de ander die we al voelden zullen toenemen. Dat digitale relaties de steriele norm worden waarbij we het wezenlijke van tastbare uitwisselingen kwijt zijn. Wat ik hoop is dat we kiezen voor wat ons leven tot leven maakt, met het morsige dat daarbij hoort. Wat we moeten doen, is een veilige manier vinden om elkaar stevig te omhelzen.